Bekermos heeft een verkeerde naam. Het is namelijk geen mos (geen
plantje) maar een korstmos, een samenlevingsvorm van een alg met een
schimmel. In de algen vindt fotosynthese plaats, waardoor de schimmel voedsel krijgt. De schimmel houdt water vast, waar
de algen weer gebruik van maken. In Nederland komen ongeveer 50 soorten bekermos voor, waar ik er hier twee van laat zien. Kopjes-bekermos herken je gemakkelijk aan het kopje boven aan de stengel. Smal bekermos heeft lange stengels met kopjes die ongeveer even
breed zijn als de stengel. De voorplanting bij korstmossen gebeurt door middel van sporen, die door regendruppels worden verspreid. Als er een waterdruppel in de beker valt, worden daar sporen in opgenomen. Een volgende waterdruppel spat de eerste waterdruppel met de sporen weg.
Begin december zijn er nog genoeg paddenstoelen te vinden, wanneer je tenminste de moeite neemt er goed naar zoeken. Hier twee foto's van soorten waar ik wel even voor door de knieën moest. Het Muizenstaartzwammetje is een paddenstoel van een centimeter of drie die op dennenappels groeit. Op de tweede foto nog zo'n mini-zwammetje: de Paardenhaartaailing. Als je let op de steel snap je meteen waarom deze soort zo heet. Een paddenstoel die op voedselarme zandgrond groeit op dennennaalden, takjes, schors, e.d.
Inktzwammen zijn een bijzondere groep paddenstoelen. Hun hoed vervloeit tot zwarte druppels, waar de voortplantingssporen in zitten die door vliegen worden verspreid. Van die zwarte druppels maakte men vroeger inkt. In Nederland komen tientallen soorten inktzwammen voor. De Geschubde zie je veel, de Spechtinktzwam is zeldzaam. In 2014 werd deze soort een kleine 300 keer waargenomen. Ik fotografeerde de Spechtinktzwam in een beukenbos bij Vorden. Het is vaak lastig om paddenstoelen op naam te brengen. De vorm varieert per soort. Soms is een microscoop nodig om zekerheid te krijgen. Zo weet ik niet zeker of op de laatste foto de Kleine Viltinktzwam staat. Wie het zeker weet mag het zeggen!
Om foto's van paddenstoelen te kunnen maken moet je nederig zijn... Ik
ben de afgelopen week enkele keren op pad geweest met statief en
afstandsbediening om in vaak donkere omstandigheden toch foto's te
krijgen zonder bewegingsonscherpte en met voldoende scherptediepte. Een
fototoestel met een kantelbaar scherm is daarbij erg handig: je hoeft
niet plat op de grond te gaan liggen!
1. Kleine stinkzwam. (De stank trekt vliegen aan die de sporen verspreiden.)
2. Grijsbruine grasmycena. (Enkele centimeters groot, in het gazon.)
3. Oorlepelzwam (groeit op dennenkegels). De steel zit niet zoals meestal in het midden, maar aan de zijkant: model oorlepel.)
4. Geweizwam. (Niet moeilijk te raden waar de naam vandaan komt.)
5. Rodekoolzwam. (Ook voor deze paddenstoel een logisch gekozen naam!)
Eén van mijn favoriete vogels is de IJsvogel. Het is een schuwe vogel, die zich weinig laat zien. Meestal zie je alleen maar een blauwe flits boven het water, als hij voorbij vliegt. Van dichtbij zie je pas echt de prachtige oranje en blauwe kleuren. Veel ijsvogels sterven in strenge winters. Door verbetering van de leefgebieden (waterkwaliteit, meanderende beken) herstelt de soort zich de laatste jaren echter gelukkig steeds sneller.
Enkele weken gelden kreeg ik de kans de kolibrievlinder op de plaat te zetten. Tot nu toe was deze snel vliegende vlindersoort me steeds te vlug af. De kolibrievlinder vliegt van bloem naar bloem, blijft even - net als een kolibrie - "stil staan" in de lucht om met de lange roltong nectar op te zuigen en is dan al weer weg. Deze vlinder wordt daarom ook wel onrustvlinder genoemd.
Naar mijn idee zijn er deze zomer weinig soorten vlinders te zien
geweest, maar het Bonte Zandoogje zag ik wel veel. Op de eerste foto zie je hem zoals vlinders meestal worden gefotografeerd. Het tweede exemplaar ging
boven mijn hoofd op een boomtakje zitten. Door het tegenlicht komen de
vlekken op de vleugels mooi uit. En de derde zat me op de rand van een grashalm aan te kijken.
Blauwe Glazenmakers laten zich regelmatig zien bij tuinvijvers. Ze vliegen dan
steeds langs dezelfde weg over open plekken op zoek naar prooi. Deze libellensoort is niet
schuw en blijft zijn vluchten gewoon uitvoeren als er mensen in de buurt zijn. Maar zittende glazenmakers krijg je niet vaak te zien. Dit vrouwtje was bezig met het leggen van eitjes langs de rand van onze
vijver en bleef daar rustig mee door gaan, terwijl ik van een centimeter
of twintig afstand foto's kon maken.
De Grauwe Klauwier is een vogel die voorraden aanlegt van prooidieren. Meestal spietsen ze die op de doornen van bijv. de sleedoorn, maar ook wel op puntdraad. Voor zover ik weet is de Klauwier de enige vogelsoort die dat doet. Deze trof ik aan in Halle-Nijman. Een paar dagen later vond ik er ook een op puntdraad in de Keijenborg. Het is lang geleden dat ik dit gezien heb. Er worden de laatste jaren steeds vaker Grauwe Klauwieren waargenomen in de Achterhoek. Een soort dus, die het bij ons steeds beter doet.