Tonderzwammen of tondelzwammen zijn meerjarige paddenstoelen, die je dus ook 's winters kunt zien. Elk jaar komt er aan de onderkant een nieuwe laag bij. Vroeger werden tonderzwammen gebruikt om vuur te maken. Het binnenste van de zwam werd kapot geklopt. De plukjes (tondels) die zo ontstonden, kon je aansteken met de vonken van twee tegen elkaar geslagen vuurstenen. De vuurstenen en de tondels werden in een tondeldoos bewaard.
Doolhofzwammen groeien bijna altijd op dood eikenhout. Dit meerjarige exemplaar had een stevige weidepaal als groeiplaats uitgezocht. Het bijzonder aan deze zwam is de onderkant. De sporen worden gevormd in buisjes die een doolhofachtige structuur vormen. Bijzonder om te zien.
Het Waaiertje is een kleine schelpvormige paddenstoel, die ook in de winter nog volop te zien is. Het waaiertje is een nuttige paddenstoel. Het wordt in het groot gekweekt, omdat het Schizophyllan bevat, een stof die bij de behandeling van baarmoederhalskanker wordt gebruikt. De onderkant van de paddestoel ziet er bijzonder uit.
De meeste mensen kennen de Hortensia vooral van de weelderige bloei in de zomer. De blauwe en paarse kleuren zijn dan prachtig, maar midden in de winter is er ook iets moois te zien. De winterknoppen laten al iets zien van wat er aan zit te komen!
In mijn tuin deed ik deze week een aardige ontdekking. Op een plek met
wat voedselarme grond groeit al jaren een plant die ik altijd voor
Heermoes heb versleten. 'k Heb er foto's van gemaakt en
er nog eens heel goed naar gekeken. Het blijkt Schaafstro te zijn. Een
soort die op de rode lijst staat en hoort bij de Paardenstaartfamilie. Er zijn fossielen gevonden die bewijzen dat er
reusachtige paardenstaartbomen groeiden in het steenkoolmoeras dat
dik 300 miljoen jaar geleden grote delen van Europa bedekte. Toch mooi,
zo'n levend fossiel in je eigen tuin!
In een donker dennenbos in het Bergherbos vond ik de Gele Korstzwam. Geen bijzondere soort, maar toch apart door de wat stekelige bovenkant en de gladde onderkant. Dat zie je vaker andersom. Deze Korstzwam wordt maar een paar centimeter hoog, maar kan grote plakkaten vormen op gekapt loofhout.
Eeuwenlang bestond het gebied rond Halle-Heide (gem. Bronckhorst) uit woeste gronden, waar mensen weinig te zoeken hadden. Sommige stukken natuur herinneren nog aan die tijd van voor de ontginning. In het "Obelinkgoor" aan de Stuifveenweg kun je zien hoe het er 100 jaar geleden in Halle-Heide uit zag. Je vindt er dop- en struikheide en in augustus bloeiende zonnedauw en klokjesgentiaan. Klokjesgentianen hebben prachtige donkerblauwe bloemen met vijf groene strepen aan de buitenkant en lichtgroene stippels binnenin. De klokjesgentiaan staat op de rode lijst als beschermde soort, maar komt de laatste jaren gelukkig steeds vaker voor.
Bekermos heeft een verkeerde naam. Het is namelijk geen mos (geen
plantje) maar een korstmos, een samenlevingsvorm van een alg met een
schimmel. In de algen vindt fotosynthese plaats, waardoor de schimmel voedsel krijgt. De schimmel houdt water vast, waar
de algen weer gebruik van maken. In Nederland komen ongeveer 50 soorten bekermos voor, waar ik er hier twee van laat zien. Kopjes-bekermos herken je gemakkelijk aan het kopje boven aan de stengel. Smal bekermos heeft lange stengels met kopjes die ongeveer even
breed zijn als de stengel. De voorplanting bij korstmossen gebeurt door middel van sporen, die door regendruppels worden verspreid. Als er een waterdruppel in de beker valt, worden daar sporen in opgenomen. Een volgende waterdruppel spat de eerste waterdruppel met de sporen weg.
Begin december zijn er nog genoeg paddenstoelen te vinden, wanneer je tenminste de moeite neemt er goed naar zoeken. Hier twee foto's van soorten waar ik wel even voor door de knieën moest. Het Muizenstaartzwammetje is een paddenstoel van een centimeter of drie die op dennenappels groeit. Op de tweede foto nog zo'n mini-zwammetje: de Paardenhaartaailing. Als je let op de steel snap je meteen waarom deze soort zo heet. Een paddenstoel die op voedselarme zandgrond groeit op dennennaalden, takjes, schors, e.d.